13 december, 2012

Specimin fishing for pike – Amsterdamse pike fighters



Het is inmiddels een week of drie geleden dat Stijn en ik eindelijk weer is samen aan de waterkant staan. Het is TE lang geleden. We zijn dan ook extra gedreven om eindelijk weer is die spoel te horen tikken, de lijn te laten vieren en ons vissershart sneller te laten pompen.

We komen aan voor een bij ons bekende sloot. Tot onze verbazing tjok vol met witvis. ‘’Hoe kan dat nou?’’ vraag ik Stijn in mijn ongeloof. ‘’Het was toch zo dat witvis de havens intrekt met dit soort tempraturen?’’. Stijn weet net zo min de oorzaak van dit voorval. Ondanks alle concurrentie die we gewoon letterlijk zien zwemmen in het glasheldere winter water, besluiten we door te zetten. Het is fris, bewolkt en er staat een zacht briesje. Best lekker snoek weer dus.

We beginnen onze tocht aan het gedeelte van de vaart waar de ringvaart het dichtstbij is. We werpen wat en we proberen wat. Stijn bevist de snoekstreamer en ik een spinnerbait. Als we inmiddels 30 meter verder op zijn beginnen we argwanend te worden. De gehele bodem ligt bloot voor onze ogen en nog spotten we geen vis. Als ik en Stijn weer wat staan te discussiëren zie ik een beweging achter mijn spinnerbait. Doordat ik mijn aas vlak langs mijn eigen kant binnen vis kan ik exact zien wat er gebeurd. De snoek zwemt er op z´n gemak achteraan. Ik versnel wat en vertraag wat. Het mag niet baten. De snoek blijkt ongeïnteresseerd en zwemt sloom verder. ´´V**domme´´
´´Het is een beste!´´ roept Stijn mij nog eens toe als zout in de wonden.

Niet aan plastic te vangen
Om een lang verhaal kort te maken, de boven beschreven situatie herhaald zich nog 3x dagen verspreid over twee weken. GEK worden we gewoon. We zijn het eens, deze snoek kent de klappen van de zweep. Deze snoek is niet aan een stukkie plastic te vangen. We spreken bij mij thuis af om een strategie te bedenken. We moeten met een doordacht strijd plan komen vertel ik Stijn. We moeten het natuurlijke aas verslaan. Al snel cirkelen fluorcarbononderlijn, een kurk als dobber, enkele haak en een joekel van een dode makreel ons door de gedachten.

Zo gezegd zo gedaan. 10 Minuten later staan we bij de sloot. De stroming gaat richting het kanaal, in onze ogen gunstig. We besluiten niet dichter als 5 meter in de buurt te komen van de dobber als deze het water raakt. We laten hem zachtjes afdwalen, langs de plek waar we de snoek meerdere malen hebben gezien.
Als de kurk net het randje van de bosjes raakt schiet hij werkelijk onder en dan beginnen de meters van mijn spoel te lopen. Vluchtig benaderen we de snoek. We willen zien of de makreel naar binnen is zodat we de haak kunnen zetten. Als we aankomen zijn we niet verrast, ‘’het is hem’’ fluister ik naar Stijn. Eventjes droom ik al weg. Stijn maakt me wakker en beeld uit dat het tijd word om aan te gaan slaan. Ik hef de hengel en de snoek komt op gang.

‘’tiktiktiktiktiktiktiktiiiiiiiiiiiiiiiiik’’ doet de molen. Doordat de oevers van de sloot kaal zijn kan ik mooi achter de snoek aan lopen. In het heldere water is dit werkelijk een genot voor het oog. De dril levert verder geen problemen. 
Vlug til ik de snoek uit het water. Bam! Wat een bak! ‘’Zo, jij bent van mij’’.
De haak zit nog voor het grootste gedeelte in de makreel dus het onthaken is geen probleem. Nu het moment van de waarheid. 104, 105 en jahoor 106 centimeters! Stijn en ik schudden elkaar de hand, ‘’het was de moeite waard’’

Gegroet voor nu en vang een mooie!

Geen opmerkingen :

Een reactie posten